Vakanties Andy en Suzy

Madagascar 3

Salama!

We zitten nu in onze derde en laatste week in Madagascar. Ons tweede verhaaltje hebben we gepost op vrijdagavond. De volgende dag gingen we verder richting kust en om half acht zaten we voor het laatst samen met Damiante in de auto. Het zou een ritje van zo’n drie uur moeten worden maar helaas had niemand rekening gehouden met een verkeersopstopping. De route ging over de RN2 die van Tana naar Toamasina, de belangrijkste zeehaven, leidt. Dit betekent natuurlijk veel vrachtverkeer en na een goed half uur rijden kwamen we aan de staart van een enorme rij vrachtwagens. Na even gewacht te hebben besloot Damiante om de rij toch maar voorbij te gaan rijden. Is natuurlijk tricky want wanneer er verkeer vanaf de andere kant komt kun je nergens heen. Kilometer na kilometer reden we de vrachtwagens voorbij tot we op een punt kwamen waar we niet meer verder konden/mochten. De auto werd tussen twee vrachtwagens gemanouvreerd en daar moesten we wachten.

Op een gegeven moment, geen idee hoe lang we hebben stil gestaan, kregen we het sein dat we verder mochten rijden. In een colonne van personenauto’s en kleine busjes reden we verder langs de file en kwamen we uiteindelijk langs het punt waar de file vanaf de andere kant begon. Het leek erop dat er een stuk weg was verzakt waardoor er geen twee vrachtwagens meer langs elkaar konden. Aan de andere kant stond een file van eenzelfde lengte en toen we daar eenmaal voorbij waren konden we weer vaart gaan maken. Het grote voordeel was dat er dus geen enkele vrachtauto op onze route zat waardoor we lekker door konden rijden. Al met al kwamen we ongeveer anderhalf uur later aan bij de plek vanaf waar de boot zou vertrekken naar onze volgende stop.

Na Damiante hartelijk bedankt te hebben voor zijn veilige ritten, namen we de boot die ons over het enorme meer zou brengen. Onze accommodatie lag aan de rand van een meer wat via allerlei kanalen en riviertjes verbonden was met andere meren. Wanneer we vanaf de veranda van ons huisje uitkeken over het water hadden we het idee aan zee te zijn (zonder de zilte zeelucht dan). Toen we aangemeerd waren aan de pier en uit wilden stappen begon het een beetje te druppelen, voordat we halverwege de pier waren te stortregenen en eenmaal boven in het restaurant waren we zeiknat. Dat zou zo’n beetje de trend voor de komende dagen gaan worden.

De eerste dag daar hebben we niet veel meer gedaan dan lezen en relaxen. We zouden eigenlijk die avond naar de aye aye gaan maar na het bestuderen van buienradar.mg besloten we deze tour een dag later te doen. Rondom ons huisje was genoeg te doen. De black and white ruffed, crowned en brown lemurs waren nadrukkelijk, zowel fysiek als vocaal, aanwezig. Je verveelde je dus niet. Toen we op een bepaald moment naar de fratsen van de lemuren stonden te kijken was er een Nederlandse man, die we al eerder hadden gezien bij de Allée des Baobabs (en daar hadden bestempeld als irritante ikbenalleenopdewereldenalsikeenfotowilmakenkijkiknietwaarikgastaanalstaikrechtvoorjeneus Remi) de diertjes aan het lokken met banaantjes. Als er iets not done is…. Dus na meewarig met het hoofd geschud te hebben wilden wij weer overgaan tot de orde van de dag. Dat was het moment waarop hij ons in alle onschuld de gouden tip wilde geven om goede foto’s te maken: “You should give them bananas!”. Als door een adder gebeten reageerde Suus met “Júist niet!!”. Enigszins geschrokken en verbouwereerd keek hij ons aan en hij probeerde de situatie nog te redden met de opmerking “Maar dat doet iedereen….”. O ja… o ja, maar als iedereen achter mekaar als lemmingen het water in loopt hier wil dat niet zeggen dat wij het ook doen. Daarna droop hij af. We zijn geen vriendjes geworden op Feestboek.

De volgende ochtend gingen we een wandeling rondom het gebied van de accommodatie maken waarbij we naast de eerder genoemde lemuren ook nog een Indri hebben gezien. Ook weer een gruwelijk klein kikkertje, deze keer ter grootte van de nagel van je pink (behalve als je heel erg lange nagels hebt, dan maar de helft). De gids had een nogal aparte manier van lemuren lokken. Kiiiiiiwikiwikiwikiwikiwi was zijn standaard uitroep. We hadden niet het idee dat het werkte, waren de banaantjes van Remi toch beter. Toen Suus hetzelfde deed ’s middags bij een zwart witte bontkraag die op onze veranda lag te luieren bleek het toch goed te werken. Bij elke kiiiiiiwikiwikiwikiwikiwi (met heliumstemmetje) keek het beestje vragend om.

We hadden gelukkig ook droog weer bij het bezoek van de aye aye. Dit is een lemuurtje wat ’s nachts actief is en het is mooi van lillikigheid. Zwarte vacht met wit er tussendoor, grote verbaasde ogen, scherpe tandjes en enorme nagels. Hij gebruikt die laatste twee om kokosnoten te openen. Om ze te lokken voor de foto’s waren op bepaalde plekken kokosnoten neergelegd en daar zagen we ze dus ook. Gruwelijk schattige beestjes.

Maandag was weer een reisdag. Eerst een stuk met de boot naar Toamasina en vanaf daar met de auto verder naar Mahambo. Alles bij elkaar een uurtje of zeven onderweg geweest en vooral het stuk met auto was afzien. Sodeju, het woord weg heeft weer een compleet andere betekenis gekregen. Ook heeft het zes van de zeven uur geregend en dat bleek helaas een kleine voorbode voor de laatste dagen van onze reis. Grappig genoeg kwamen we op de dag van vetrek uit Mahambo Peter en Wendy (Morondava) ook weer tegen, zij zaten toevallig in hetzelfde hotel. It’s a small world after all…

Omdat de vlucht die we aanvankelijk zouden hebben geannuleerd was, gingen we nu met de boot vanaf Mahambo naar Ille Sainte Marie, een eilandje voor de oostkust. Op het ticket wat we hadden gekregen stond 9:30, lekker vroeg vetrekken dus denk je. Die hoop werd al snel de grond in geboord door de eigenaresse van het hotel met de opmerking dat het slechts de inchecktijd betrof. Toen we om half tien op het vertrekpunt aankwamen, kwam de boot net vanaf het eiland aan en bleken wij twee van de weinigen die de andere kant op gingen. Toen we uiteindelijk om iets over twaalven (!) vertrokken zat de boot stampvol. Samen met zo’n 100 mensen waren we vanaf het strand via een klein bootje naar de grotere boot geklommen in de stromende regen. Een hele ervaring.

We waren gewaarschuwd dat iedereen die die boot nam onderweg ziek zou worden. Hoewel wij de dans ontsprongen was deze opmerking niet heel ver bezijden de waarheid. Al na vijf minuten hoorde je links, rechts, achter en voor je mensen (soms letterlijk) gillend over hun nek gaan. Zoiets als een Gremlin, voor wie die nog kent. Gelukkig waren er voor vertrek zakjes uitgedeeld… Het entertainment aan boord bestond verder uit het vertonen van videoclips op een grote TV. Na eerst de DVD met wat leek op de muzikale hoogtepunten van de EO jongerendag te hebben bekeken werd in het tweede deel van de tocht overgeschakeld naar de beste zangeressen die Madagascar te bieden heeft. Luisterend naar namen als Rotsy, Elodie en Mariah waren het dus duidelijk verschillende vrouwen maar de muziek klonk allemaal gelijk, of liever gezeik. Je gaat bijna verlangen naar het beste van Muziekfeest op het plein.

Onderweg zagen we al een paar walvissen in de verte. Dat was de hoofdreden om naar ISM te gaan. Dat én lekker luieren op het strand de laatste dagen van de vakantie. Bij aankomst op het eiland regende het maar weer eens voor de verandering dus van dat luieren dachten we al snel dat het niet zou gaan gebeuren. Met een tuk tuk brommertje werden we vanuit de kleine haven naar het hotel gebracht, konden we die vorm van vervoer ook afstrepen. Ons huisje was aan het strand en als je vanaf de veranda of vanuit het restaurant naar de zee tuurde zag je regelmatig walvissen uit het water springen.

De walvissen komen elk jaar rond deze tijd vanuit de voedselrijke gebieden in de buurt van de Zuidpool hierheen om hun jongen te baren in een veilige en rustige omgeving. Hoeveel er zijn zouden we de volgende dag gaan zien. Tijdens onze walvistocht op een klein bootje zijn we de tel kwijt geraakt. Dáár op zes uur een familie van drie, daar op twee nog een paar en zo ging dat maar door. Dan zag je weer in de verte dat er een uit het water sprong, of als je net te laat was de enorme plons opspattend water. Het was zo indrukwekkend dat je vergat dat je ondertussen zeiknat was van het zeewater wat je opving als de boot vaart maakte en van de onvermijdelijke tropische regenbui. In alle consternatie proberen foto’s te maken, lens droog maken, proberen niet te veel beelden van alleen water te schieten en door naar de volgende. De tocht duurde de hele ochtend en had van ons nog wel even mogen duren, zo mooi was dit. Een deel van de middag en de avond hebben we gezellig doorgebracht met Joyce en Pieter, een stel uit Arnhem die we eerder hadden ontmoet op de aye aye tour. Zij waren die middag aangekomen en zitten nog aan het begin van hun reis waar wij helaas al het einde van de vakantie in zicht hebben.

Donderdag en vrijdag hebben we genoten van een stralend zonnetje en dan ziet het er ineens heel anders uit. Terwijl we met onze voetjes in het zwembad zaten en over de zee tuurden zwom er een walvis zo dicht langs de kust dat we hem bijna aan hadden kunnen raken. Naast een rots die uit de zee omhoog rijst stopte hij, kwam omhoog, zakte rustig terug en vervolgde zijn weg. Weer zo’n kippenvelmomentje. De laatste dagen leken in eerste instantie in het regenwater te vallen maar gelukkig brak de zon door en hebben we nog meer kunnen genieten van het tropisch paradijsje.

Nu onze vakantie er bijna op zit durven we het wel te verklappen: Suus is Malagassisch! Althans volgens 95% van de mensen die het na het nodige staren durfde te vragen. Het ging meestal zo, we komen ergens aan en begroeten de mensen met Salama. Dan was de reactie vaak een gesprek beginnen in het Malagassy en omdat wij het dan niet meer wisten schakelden we over naar het Engels. Dan kreeg je de standaard verbaasde reactie “Thought you were Malagassy”. Dus Suus moest keer op keer uitleggen dat de ouders uit Indonesië komen en het dus ergens wel logisch is dat men het denkt. In vroeger tijden hebben namelijk veel mensen uit Indonesië de oversteek naar Madagascar gemaakt.

We zijn nu aangekomen in Susie’s place, naast ons start- ook het eindpunt van deze onvergetelijke reis. Morgen, zaterdag, nog een dagje stukslaan in Tana en dan om 1 uur zondagochtend het vliegtuig in voor de reis naar huis. Iedereen bedankt voor de aandacht en tot gauw!

Suzy en Andy