Tonga soa vazas bij het eerste verhaal vanuit Madagascar! Dit jaar in de herkansing waarbij we de eerste week anders hebben ingedeeld en de laatste twee weken ongeveer gelijk zijn aan wat we vorig jaar van plan waren.
De vlucht van Amsterdam naar Antananarivo ging via Parijs. Bij de securitycheck op Schiphol heeft Suus de beambten nog vol verwondering laten kijken. Onze tassen gingen nl. rechtsaf wat betekent dat er nog een keer extra naar gekeken moet worden. Toen keken zij dus nog een keer naar de zakjes waarin de vloeistof verpakkingen zaten. Hadden ze nog nooit gezien, zo net en op kleur geordend! Vervolgens kwamen ze ook nog uit bij de tas met stekkers… Ze hebben zelfs de rest van de banden stilgezet om iedereen erbij te roepen. Ook hier weer op kleur, met stiekjes, in houdertjes…verzin het en het was er!
Er was in de aanloop naar de reis nog even sprake van een staking bij Air France maar gelukkig waren ze zo slim om dit op te schorten. Alhoewel, we vreesden even voor een langzaamaan actie op de luchthaven, zo tergend langzaam ging het inchecken. Er zat echt geen schot in waardoor we uiteindelijk een uur later vertrokken. Gelukkig heeft de piloot ‘m daarna nog flink op z’n staart getrapt want we waren slechts 20 minuten later dan gepland in Madagascar. Door de ervaringen van vorig jaar hadden we nu een plekje vooraan in het vliegtuig gereserveerd. Dat betekende dat we nu als een van de eersten bij de vrouwtjes in witte jassen, visumbalie en paspoortcheck waren. Onze tips ter verbetering van de efficiency zijn niet opgevolgd maar ze hadden de houten tafeltjes al wel ingeruild voor officiële hokjes. Kleine stapjes maar dan kom je er ook.
We waren nu met een dik half uur buiten waar de chauffeur ons al op stond te wachten. We zagen nog een andere naam op het bordje staan en hij moest inderdaad nog wachten op een ander stel wat in hetzelfde vliegtuig zat. Het zal toch niet he? Nadat we een minuut of tien hadden gewacht besloot hij dat hij ons eerst weg zou brengen om daarna terug te gaan naar het vliegveld. Gelukkig! We waren voor twaalven in de accommodatie en de volgende dag bij het ontbijt bleek dat de anderen heel erg lang hadden moeten wachten. Wij blij met onze actie om voorin het vliegtuig te zitten én dat we eerst werden weggebracht.
Die eerste dag hebben we eerst lekker uitgeslapen en op ons gemakkie ontbeten. We zijn die maandag naar Ambohimanga gegaan. Het is de voormalige hoofdstad van waar de vroegere koningen van Madagascar resideerden en dit paleis is nog redelijk goed intact. Het is, net als onze accommodatie, ook in Tana maar toch zijn we op de heenweg zo’n anderhalf uur onderweg geweest. Dan heb je ook direct de Afrikaanse vibe te pakken; de geur die je ruikt, de beelden en de chaotische drukte. Je zit er middenin. Het paleis zelf is mooi en de gids die we hadden wist het allemaal prachtig te vertellen, zo ging het ook echt leven in plaats van alleen wat stenen. Het complex staat sinds een aantal jaar op de UNESCO werelderfgoedlijst en mede daardoor wordt het ook goed onderhouden. Waar we dachten dat we er op de heenweg lang over deden, de terugweg was nog langer. Maandagavond was het feest vanwege Onafhankelijkheidsdag op dinsdag. Die avond schijnt echt dé feestavond bij uitstek te zijn dus blijkbaar moest iedereen vroeg thuis zijn. Druk druk druk dus…
Van het feest zelf hebben we niet heel veel meegkregen. Wat knallen van vuurwerk en kinderen die vrolijk rondhuppelen met verlichte lampionnen toen we naar het restaurant gingen daargelaten. We hebben ons verder ook niet in het feestgedruis gestort.
Op de feestdag zelf vlogen we naar Morondava, aan de westkust van het eiland. Helaas was dat pas in de middag, aan de andere kant hadden we nu een enorm relaxte dag. Uitslapen en op het dooie gemak ontbijten. De vlucht van Tana naar Morondava duurde een uurtje met een hypermodern propellorvliegtuig dus voor we het goed en wel doorhadden stonden we aan de westkust. Het volgende avontuur kon beginnen!
We gingen de volgende dag naar de Allée des Baobabs voor de zonsondergang. Het voordeel hiervan is dat het meestal aan het einde van de dag plaatsvindt dus we hadden een hele dag ter vrije besteding. Die hebben we ingevuld aan de rand van het zwembad en slenterend door een van de straatjes in de buurt van het hotel. In de eerste plaats om een restaurant te zoeken (en vinden) en in de tweede plaats om wat souvenirs te kopen. Deze streek staat bekend om zijn houtsnijwerk dus we hebben hier onze slag geslagen: een grote totempaal die we dan de rest van de reis met ons mee zullen moeten zeulen. Om vier uur kwam de chauffeur, Damiante, ons ophalen om naar de baobabs te gaan. Eerst door de drukke straatjes van Morondava, daarna over een stoffige hobbel de bobbelweg. Het was maar een kilometer of 20 maar desondanks deden we er bijna een uur over.
Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming bleken we niet de enigen te zijn die dit wilden zien. Gelukkig geen hordes toeristen maar best wel druk. Naarmate de tijd vorderde en de lucht steeds meer oranje ging kleuren werd het zicht mooier en mooier. Het mooist was natuurlijk als er over de weg iemand liep of fietste wiens schaduw je dan tussen de bomen zag. Dat vergt wat tijd en geduld en het blijkt dat dit laatste geen gave is van een horde camerageile Chinezen. Met objectieven van een halve meter en statieven waar je een gemiddelde sterrewacht jaloers op is reizen ze door het land. Om het ideale plaatje een handje te helpen hadden zij twee dames ‘ingehuurd’ om heen en weer te lopen. Dat was natuurlijk al beschamend maar werd op een gegeven moment pas echt genant. Elke keer als de dames weer in de schaduw van een boom stonden, commandeerde Xi Jinping dat ze terug moesten. ‘Now go back!!!’ En nóg eens. En nóg eens. Totdat ze allemaal hun fotootje hadden kunnen schieten. Niet dat wij er geen gebruik van hebben gemaakt, zo’n heilige boontjes zijn we ook weer niet. We hebben daarna wel netjes bijgedragen voor de dames.
De volgende dag werd een reisdag richting Tsingy. Een slordige 250 kilometer maar we moesten rekening houden met 10 uur reizen. Dat werd het dus ook. Tien uur over stoffige zandpaden, links en rechts baobabs. We hebben al vaker geschreven dat we nog nooit zulke slechte wegen hebben gehad maar schrijven het nu weer, het was een intensieve lang durende Malagassy Ab Crunch workout. Een deel was ook nog met de ferry om aan de andere kant van de rivier te komen. Denk daarbij niet aan zoiets als de Maasveren. Eerder aan een paar rabatdelen aan mekaar geschroefd, twee of drie sloepjes eronder gevaren en daar een zestal 4WD’s op. Een unieke ervaring!
Het laatste deel, na de rivier, ging door een gebied waar blijkbaar veedieven actief zijn. Hierdoor werden alle auto’s met toeristen verzameld om als konvooi richting Tsingy te rijden. Voor de zekerheid ging er ook nog een met een kalasjnikov gewapende militair mee en omdat wij slechts met drie in de auto zitten kregen wij de eer… Niks gemerkt van veedieven of iets dergelijks. Wel een aantal bushfires onderweg. Het is allemaal kurkdroog en dan zou je verwachten dat het een megafik wordt maar het lijkt haast of het elke keer geïsoleerd blijft tot een klein gebied. Toen we na de lange reis bij het hotel aankwamen was het al aardig donker maar desondanks kwam ons fashionstatement, orange is the new black, goed tot z’n recht. Door alle stof die we hadden opgevangen deze dag zagen we er nog net niet uit als oempa-loempa’s maar het scheelde niet veel. De witte verfrissingsdoekjes die werden aangeboden waren na gebruik dan ook oranje.
De accommodatie voor die komende drie nachten lag in het nationale park Tsingy du Bemaraha. Vrijdag was ingeruimd voor een tochtje in een traditionele boot over de Tsiribihina rivier die een belangrijk onderdeel is voor de bewoners van de streek. Niet alleen zorgt de rivier voor eten in de vorm van vis en irrigatie, ook is de rivier heilig in het animistische geloof. Na een stuk over de rivier te hebben gevaren en een paar grotten te hebben bezocht was het de beurt aan de Petite Tsingy. Volgens onze behulpzame gids Tibi, de oefenstage voor de dag erna, le Grande Tsingy. Het was klauteren, klimmen en balanceren op smalle stukjes. Het was erg gaaf om te doen en het zicht op die scherpe door de natuur gevormde rotsen was prachtig. Een driewerf hoera voor Suus in dit geval omdat ze het, ondanks de slechte knie, toch maar mooi heeft gedaan! Omdat het varen en klimmen slechts een halve dag in beslag nam, hebben we de rest van de dag stukgeslagen op een bedje aan de rand van het zwembad met een fantastisch uitzicht.
De zaterdag was dus gereserveerd voor de grote Tsingy. Om kwart over zes stond Damiante klaar om ons weg te brengen. De start van die trail lag 18 kilometer vanaf de accommodatie maar het duurde desondanks toch een uur om er te komen. Die wegen… Omdat Suus de kleine Tsingy wel genoeg vond hadden we besloten dat zij eerst samen met Tibi een wandeling zou maken in het oerwoud wat de bergformatie omgeeft. Ze zijn anderhalf uur wezen hiken in deze bijzondere omgeving. Daarna kreeg Suus rust maar Tibi mocht direct rechtsomkeert maken om samen met Andy de volledige trail te gaan lopen.
Het was een fantastische wandeling. Het begon dus heel rustig in het bos maar het werd steeds spannender en op sommige punten moest je, gezekerd met een tuigje, langs de steile wanden van de rotsformaties over smalle stukjes lopen. Een hangbrug over een diepe kloof naar mooie uitzichtspunten en af en toe tijgeren om in een grot te komen. Een geweldig avontuur waarbij we onderweg nog het nodige wildlife hebben gezien. Moe maar voldaan kwamen we na een dikke drie uur weer terug bij de auto en konden we beginnen aan het uurtje hobbel de bobbel naar de accommodatie.
Zo eindigde onze eerste week in Madagascar, met een prachtige zonsondergang (alweer) die we vanaf ons bedje aan de rand van het zwembad hebben bekeken.